Belastingen en toeslagen, we kunnen het echt wel makkelijker maken
Jasper J. van Dijk en Coen Teulings
Het huidige belasting- en toeslagenstelsel is te complex. Jasper J. van Dijk en Coen Teulings bepleiten waarom het stelsel vereenvoudigd moet worden en waarom dat mogelijk is, zolang we bereid zijn om over onze primaire morele reactie heen te stappen.
We moeten af van de toeslagen, dat wil iedereen. Maar we schieten in een kramp bij voorstellen voor hogere belastingen, en toch is dat rechtvaardiger. Wat is de oplossing?
Iedereen met kinderen heeft op 2 oktober weer kinderbijslag ontvangen. Het maakt niet uit of je een schoonmaker met een minimumloon bent of een CEO met miljoenensalaris, iedereen krijgt dezelfde bedragen. Wanneer je mensen hierover vraagt dan vinden ze dit onredelijk. Die CEO heeft die extra toeslag toch niet nodig? Het zou veel eerlijker zijn om die kinderbijslag alleen te geven aan lage inkomens. Maar vraag je diezelfde mensen of bij inkomensstijging iemand met kinderen een hoger belastingtarief zou moeten betalen dan iemand zonder kinderen, dan is het oordeel helder: natuurlijk niet!
Het gekke is dat deze twee breed gedeelde overtuigingen met elkaar in tegenspraak zijn. We vinden het één rechtvaardig en het ander belachelijk. Deze primaire morele reactie is begrijpelijk. Wij zijn mensen van vlees en bloed. Als iemand met kinderen vanwege een hoog inkomen toch geen extra geld krijgt dan voelt dat anders dan het betalen van extra belasting. Ook al is dit onderscheid irrelevant voor wat diegene aan het eind van de dag netto overhoudt.
De drama’s rond het toeslagenstelsel zijn echter niet oplosbaar zonder over deze primaire reactie heen te stappen. We moeten integraal naar het belasting- en toeslagensysteem kijken. De oorzaak van de grootste problemen ligt bij de inkomensafhankelijkheid van de toeslagen. Op het moment dat die worden uitbetaald is het inkomen nog niet precies bekend. Dat geeft ellende: jaarlijks krijgen 300.000 mensen een dwanginvordering om toeslagen terug te betalen.
Verborgen belastingen
Deze invorderingsproblematiek kost de overheid vaak meer dan het oplevert. En het brengt mensen nodeloos in de schulden. Ongeveer 10 procent van de rechthebbenden maakt geen gebruik van toeslagen, deels uit angst voor zo’n terugvordering en het maken van schulden. Hoe anders gaat dat met de loonbelasting. Die kent dat probleem nauwelijks, omdat die belasting direct gekoppeld is aan het looninkomen en meteen door de werkgever wordt ingehouden.
Het Nederlandse systeem van inkomensondersteuning zit vol met ‘verborgen belastingen’. Voor elke euro die iemand met een zorgtoeslag meer verdient, gaat die toeslag met 14 cent omlaag. Dat is equivalent aan een extra belasting van 14 procent, bovenop de reguliere belastingschijf van 37 procent. Vaak heeft iemand recht op meerdere toeslagen die allemaal los aangevraagd moeten worden en allemaal weer anders van het inkomen afhangen.
Al die inkomensafhankelijkheid kan echter zonder veel moeite in het belastingstelsel worden ingepast.
Neem bijvoorbeeld een gezin met twee kinderen in een huurhuis met een gezamenlijk inkomen van 30.000 euro. Dit gezin heeft recht op huur- en zorgtoeslag, kindgebonden budget en kinderbijslag. En dan gaan we er voor het gemak vanuit dat het afschaffen van de kinderopvangtoeslag doorgang vindt. Dit gezin moet de huurtoeslag, zorgtoeslag en kinderbijslag zelf aanvragen (gelukkig gaat het kindgebonden budget vanzelf). Maar als het inkomen wijzigt kan dit effect hebben op de hoogte van al deze regelingen.
We kunnen voor dit gezin ons stelsel van belastingen en toeslagen een stuk eenvoudiger maken door alle toeslagen inkomensonafhankelijk te maken. Die afhankelijkheid is namelijk overbodig. Iedereen met een loon betaalt immers al loonbelasting. Als we vinden dat bepaalde mensen meer moeten bijdragen, dan kan het belastingtarief voor deze inkomensgroep worden verhoogd. Onder de streep is er immers geen verschil tussen het niet krijgen van een toeslag of het inleveren van die toeslag via een hoger belastingtarief.
Vervolgens moet de inkomstenbelasting zoveel mogelijk onafhankelijk worden van persoonlijke omstandigheden, zoals kinderen en zorgkosten. De ondersteuning op basis van de samenstelling van het gezin regelen we met een inkomensonafhankelijke toelage. Die hoeft niet meer aangevraagd te worden.
Het gaat om grote hervormingen en die vergen politieke moed. Elke versimpeling aan het systeem benadeelt bepaalde groepen ten faveure van andere. Dat doet op korte termijn pijn, maar maakt het stelsel op lange termijn rechtvaardiger. Het huidige stelsel zit immers vol met historisch ontstane willekeur, die moeilijk is te rechtvaardigen.
Een vereenvoudigd stelsel legt een aantal principes vast, zoals de inkomensonafhankelijkheid van toeslagen. Dat beperkt het aantal knoppen waaraan politici kunnen draaien, maar er blijven er meer dan genoeg over om de inkomensverdeling in iedere gewenste richting te sturen, tussen hoge en lage inkomens, tussen alleenstaanden, tweeverdieners en alleenverdieners, tussen mensen met en zonder kinderen.
Het uitbannen van de inkomensafhankelijkheid van toeslagen is onontkoombaar voor de vereenvoudiging van ons belastingsysteem. De huidige complexiteit benadeelt juist de meest kwetsbare groepen. Met een simpeler stelsel zullen zij de juiste ondersteuning krijgen omdat ze deze niet hoeven aan te vragen en van het risico op terugvordering zijn bevrijd. Burgers snappen weer wat een loonsverhoging of een dag extra werken hen oplevert. Politici kunnen de gevolgen van hun besluiten beter overzien. En de Belastingdienst wordt van een ramp verlost.