Nederland kan uit het toeslagenweb ontsnappen
Jasper J. van Dijk
Huishoudens en de overheid zijn hopeloos met elkaar verstrikt geraakt in het toeslagenweb. De roep om afschaffing van het stelsel neemt toe. Econoom Jasper J. van Dijk ziet uitwegen. ,,Maar die vragen van politici meer dan het inkleuren van de klassieke koopkrachtplaatjes.”
Ongeveer een miljoen mensen in Nederland hebben moeite om rond te komen. Deze huishoudens zijn veelal afhankelijk van toeslagen. Alleen veroorzaakt het huidige toeslagenstelsel een grote (bureaucratische) last bij de mensen die hier de minste tijd en mentale ruimte voor hebben.
Jaarlijks krijgen 300.000 mensen een dwanginvordering om hun toeslagen terug te betalen – schuldenproblematiek die de overheid meer kost dan het oplevert. En ongeveer tien procent van de mensen die recht hebben op een toeslag, maakt hier geen gebruik van uit angst voor de terugvordering.
Verstrikt
Niet alleen mensen in armoede hebben last van het toeslagenstelsel. Het huidige stelsel is een complex web waar burgers, beleidsmakers én de Belastingdienst in verstrikt raken. Veel mensen hebben geen idee meer hoeveel geld ze overhouden als ze een dag meer of minder gaan werken.
Politici zien door de bomen het bos niet meer, waardoor een scherp debat over het stelsel onmogelijk is en de computersystemen bij de Belastingdienst piepen en kraken onder het gewicht van alle regelingen.
De complexiteit van de toeslagen is een gevolg van een politieke realiteit. Politici willen dat de koopkrachtplaatjes een rooskleurig beeld geven. In het bijzonder vinden ze het belangrijk dat de besteedbare inkomens door het voorgenomen beleid niet te veel uit elkaar groeien en dat hooguit een heel kleine groep erop achteruitgaat.
Daarom maken kabinetten vaak aanpassingen in hun beleid om dit koopkrachtbeeld bij te kleuren. Dat kost de overheid geld. Om de kosten te beteugelen willen politici het geld zo gericht mogelijk aan bepaalde groepen geven. Het gevolg: een heel nauwkeurig maar ook heel complex systeem.
Toelage
Het toeslagenstelsel pakt voor steeds meer burgers desastreus uit. Gelukkig kan het ook anders, als de toeslagen worden vervangen door één inkomensonafhankelijke toelage. Deze toelage krijgt ieder huishouden automatisch maandelijks op de rekening, hangt alleen maar af van het aantal volwassenen en kinderen in het huishouden en kan dus niet worden teruggevorderd als het huishoudinkomen verandert.
Mensen met een hoger inkomen hebben deze huishoudtoelage natuurlijk niet nodig, maar ze krijgen hem toch. Dit geeft niet, want voor de hogere inkomens gaat de belasting omhoog, zodat ze de toelage uiteindelijk gewoon weer terugbetalen.
Grote hervormingen vergen politieke moed. Elke versimpeling aan het systeem leidt ertoe dat bepaalde groepen erop achteruit gaan en dat er meer geld terechtkomt bij mensen die het misschien niet nodig hebben. Politici kunnen nog steeds herverdelen, maar niet meer met de microscopische precisie van het toeslagenstelsel hele specifieke groepen helpen.
Voor de extra uitgaven krijgen we een hoop terug. De complexiteit van ons belastingsysteem neemt af en we verminderen de onzekerheid voor de meest kwetsbare groepen. Burgers snappen in dit nieuwe systeem weer wat een loonverhoging of een dag extra werken in hun portemonnee betekent, politici kunnen de gevolgen van hun besluiten beter overzien en uitleggen, en de Belastingdienst kan weer doen waar ze goed in is.
Helaas zijn complexiteit en onzekerheid veel moeilijker uit te drukken in één overzichtelijk getal dan de kosten, die zich in harde euro’s laten uitdrukken. Daardoor zijn er nog steeds economen die deze vereenvoudiging ten onrechte geldverspilling noemen. En zijn er om dit probleem op te lossen politici nodig die verder kijken dan dat.