Alle fossiele subsidies weg? Zo simpel (en effectief) is dat niet

Jasper J. van Dijk en Nils van der Vegte

De fossiele subsidies afschaffen is voor de ene bedrijfssector verstandiger dan voor de andere.

Eerder gepubliceerd in het NRC (2 december 2024)


Terwijl de meeste Nederlanders de laatste hand leggen aan hun surprise of misschien nog met lichte paniek in de ogen door een speelgoedwinkel struinen, buigt de Tweede Kamer zich op 5 december over de vraag of de Sint wel genoeg betaalt voor de uitstoot van zijn stoomboot. De fossiele subsidies staan namelijk op de agenda. Denk aan de kortingen voor grootverbruikers van fossiele brandstoffen.

Volgens de activisten van Extinction Rebellion is het heel helder. Ze gaan op 11 januari de A12 weer blokkeren omdat ze willen dat alle fossiele subsidies worden afgeschaft. Deze subsidies en andere fossiele regelingen moedigen het gebruik van fossiele brandstoffen immers aan. Om te voorkomen dat de maatschappij voor de schade moet opdraaien, zou de belasting op uitstoot 29 miljard euro hoger moeten liggen.

Maar nu gelijk alle fossiele regelingen afschaffen? Zo simpel (en effectief) is dat niet. Nederlandse bedrijven hebben namelijk te maken met concurrentie uit het buitenland. En deze buitenlandse concurrenten krijgen ook steun van hun overheid. Als Nederland als enige land fossiele subsidies afschaft, worden de kosten voor Nederlandse bedrijven hoger en zouden ze Nederland kunnen verlaten. In het buitenland stoten deze bedrijven nog steeds CO2 uit. Dus voor het klimaat verandert er niets, terwijl Nederland armer wordt.

Verdwijnende sectoren

De huidige discussie over fossiele regelingen is vastgelopen op de bovenstaande tegenstelling: voorstanders willen al deze regelingen afschaffen, tegenstanders vrezen voor verlies van bedrijven en trappen op de rem. Om te bepalen welke regelingen we moeten afschaffen, moeten we vaststellen welke bedrijven in Nederland een toekomst hebben.

Het logische startpunt voor deze langetermijnvraag is het jaar 2050. Dan moet Nederland netto klimaatneutraal zijn en dus grotendeels stoppen met het gebruiken van fossiele energie. Er zijn sectoren die in 2050 onvermijdelijk zullen verdwijnen, omdat ze niet meer internationaal kunnen concurreren als ze in Nederland geen CO2 meer kunnen uitstoten.

Als bedrijven eenmaal verhuisd zijn, keren ze niet zomaar meer terug

Neem bijvoorbeeld een hypothetisch bedrijf dat nu de voordelen geniet van goedkoop Nederlands aardgas, maar in 2050 voordeliger uit is als het de productie verplaatst naar Spanje, waar groene stroom vanwege een overdaad aan zonne-energie goedkoper is. Zo’n bedrijf steunen via fossiele regelingen is verspilling van overheidsgeld. Dat kan beter geïnvesteerd worden in innovatieve bedrijfstakken die in de toekomst belangrijker zullen zijn voor de Nederlandse economie. De ontwikkeling van kweekvlees bijvoorbeeld, een sector waar Nederland nu al koploper in is.

Maar er zijn ook sectoren die ondanks de duurdere groene stroom ook in 2050 een toekomst hebben in Nederland, bijvoorbeeld omdat de productie zo efficiënt is dat de kosten lager blijven dan elders. Delen van de Nederlandse glastuinbouw zouden hier een voorbeeld van kunnen zijn. Het zou zonde zijn als we deze sectoren nu al volledig over de grens jagen door de fossiele regelingen af te schaffen. Als bedrijven eenmaal verhuisd zijn, is de drempel hoog om terug te keren. We kunnen deze bedrijven via ander beleid, zoals subsidiëring of het stellen van normen, nog altijd dwingen tot verduurzaming, maar dan op zo’n manier dat ze Nederland niet verlaten.

De volgende stap in de discussie over fossiele regelingen is helder: bekijk regelingen per sector en doe dit op basis van de situatie in 2050. Zo voorkomen we dat Nederland strategische fossiele regelingen afschaft, of juist onnodige regelingen in stand houdt.

Vorige
Vorige

Een terugblik op afgelopen jaar

Volgende
Volgende

Pak de vrijstellingen in de btw aan