Opinie in NRC: Voor lagere inkomens wordt de crèche onbetaalbaar

Jasper H. van Dijk, Jasper J. van Dijk en Julia van Rijn

Het kabinetsplan voor bijna gratis kinderopvang bevoordeelt hogere inkomens. Een inkomensafhankelijk eigen bijdrage voorkomt dat.

Eerder gepubliceerd in NRC.


Op de puinhopen van de Toeslagenaffaire besloot het kabinet-Rutte IV een nieuw kinderopvangmodel te gaan invoeren. Alle ouders, ongeacht het inkomen, krijgen in de toekomst bijna alle kinderopvangkosten vergoed. Het stelsel waarbij ouders hoge bedragen aan de opvangorganisatie betalen en van de overheid toeslagen krijgen verdwijnt. De torenhoge terugvorderingen die ten grondslag lagen aan de Toeslagenaffaire, zullen dan tot het verleden behoren, stelt het kabinet. Eind april werd bekend dat de invoering van de bijna gratis kinderopvang met twee jaar is uitgesteld tot 2027.

Zoals vaker in de politiek schiet de pendule nu te ver door naar de andere kant. De vele miljarden die worden uitgegeven om kinderopvang bijna gratis (een kleine eigen bijdrage blijft bestaan) te maken voor iedereen zijn slecht besteed belastinggeld. Het geld komt voornamelijk terecht bij mensen met hogere inkomens, de kwaliteit van de kinderopvang wordt door de maatregelen waarschijnlijk verminderd en volgens het Centraal Planbureau zorgen de plannen er paradoxaal voor dat er minder wordt gewerkt.

Het grootste probleem is dat het kabinet een hele groep vergeet. Kinderopvang wordt namelijk gratis, behalve voor één groep: kinderen waarvan een van de ouders niet werkt. Een belangrijk deel van deze huishoudens heeft een laag inkomen. Terwijl uit onderzoek blijkt dat vooral kinderen van ouders met lagere sociaal-economische status veel te winnen hebben bij kinderopvang, onder andere in de sociale, cognitieve en talige ontwikkeling. De miljarden van het kabinet gaan naar rijkere ouders; hun kinderen hebben voor wat betreft hun ontwikkeling vaak relatief minder baat bij kinderopvang.

Onbetaalbaar

Daarbovenop wordt de kinderopvang voor lagere inkomens onbetaalbaar. Door het bijna gratis maken van de kinderopvang zal de vraag ernaar stijgen, en daardoor zullen uurtarieven verder boven het maximumtarief dat door de overheid vergoed wordt uitstijgen. De laagste inkomens, die nu al 96 procent van de kosten vergoed krijgen, gaan straks netto meer betalen, en zullen dit niet altijd kunnen bekostigen, waardoor zij minder gebruik gaan maken van kinderopvang.

Hoe verder? Er gaan stemmen op om de prijzen te maximeren, zodat lagere inkomens in dit nieuwe stelsel ook nog kinderopvang kunnen gebruiken. Maar als kinderopvangorganisaties minder geld hebben om personeel aan te trekken, zorgt dit ervoor dat de personeelstekorten nóg groter worden. Om nog maar te zwijgen over de complexiteit van het invoeren van zo’n prijsplafond.

Als het kabinet de ontwikkeling van kinderen serieus neemt, moet kinderopvang betaalbaar blijven voor lagere inkomens én wordt kinderopvang toegankelijk voor kinderen van niet-werkenden. Ons voorstel is daarom om inkomensafhankelijkheid in te bouwen.

Eigen bijdrage inkomensafhankelijk

Door inkomensafhankelijkheid van de eigen bijdrage wordt de overbelaste kinderopvang minder gebruikt door rijkere ouders. Ook is inkomensafhankelijkheid een efficiënte inzet van belastinggeld. Want hoe hoger het inkomen, hoe kleiner kinderopvangkosten drukken op de huishoudbegroting. Dit betekent dat er voor hogere inkomens minder subsidie op kinderopvangkosten nodig is om ouders toch te stimuleren meer te werken.

Het kabinet zette juist een streep door inkomensafhankelijke subsidie door toeslagen af te schaffen na de Toeslagenaffaire. Maar deze inkomensafhankelijke subsidie kan ook uitgekeerd worden zonder toeslagen. Bijvoorbeeld door een inkomensafhankelijke eigen bijdrage voor kinderopvang te rekenen, gebruikelijk in bijvoorbeeld Zweden.

Deze eigen bijdrage moet laag zijn voor lagere inkomens en hoger voor hoge inkomens. Uitvoerbaar wordt het door het inkomen van twee jaar terug als uitgangspunt te nemen. Daalt het inkomen in de tussentijd, dan wordt de hoogte van de eigen bijdrage verlaagd. Stijgt het inkomen, dan hebben de ouders mazzel. Dit zorgt voor zekerheid, waar ouders én kinderopvangorganisaties naar zo naar snakken.

Terug naar de tekentafel

Zoals vaker denkt het kabinet met een geldkanon eerdere fouten te kunnen herstellen, met als consequentie slecht beleid. Eerdere voorbeelden zijn de herinvoering van de studiefinanciering en de ‘iedereen-compensatie’ als gevolg van de Toeslagenaffaire en de gaswinning in Groningen.

Wil het kabinet ruim 2 miljard euro extra structureel gaan uitgeven wat vooral de hogere inkomens ten goede komt, de laagste inkomens benadeelt, niet-werkenden uitsluit, een negatief effect heeft op de arbeidsparticipatie en twijfelachtige effecten heeft op de ontwikkeling van kinderen?

Het kabinet moet terug naar de tekentafel en een kinderopvangstelsel ontwerpen waarbij de ontwikkeling van het kind centraal staat én de effecten op de lagere inkomens serieus worden meegenomen. Er is tot 2027 tijd genoeg.

Vorige
Vorige

Stop met spekken staatskas via verkeersboetes

Volgende
Volgende

Inkomensafhankelijke ouderbijdrage voor kinderopvang is effectiever