Schaf arbeidseis kinderopvangtoeslag af

Jasper J. van Dijk

Nu het kabinet de koppeling tussen het aantal gewerkte uren en het aantal uren kinderopvang heeft losgelaten, raakt de overgebleven arbeidseis kant noch wal. „Er tikt een tijdbom, waar de parlementaire enquêtecommissie pas nog voor waarschuwde.”

Verkorte versie gepubliceerd in de Telegraaf (3 april 2024)


In 2012 introduceerde toenmalig minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Henk Kamp een voorwaarde aan de kinderopvangtoeslag: ouders moesten aantonen dat ze voldoende uren werkten om in aanmerking te komen voor toeslag. Deze maatregel was bedoeld om fraude en oneigenlijk gebruik van de kinderopvangtoeslag te verminderen. Nu, jaren later, zien we dat deze arbeidseis is uitgehold tot een symbolische maatregel die meer problemen veroorzaakt dan oplost. Minister van Gennip merkt op dat in de praktijk een ouder slechts één uur per drie maanden hoeft te hebben gewerkt om aan de arbeidseis te voldoen, waarmee het concept van 'werk' wel erg breed wordt geïnterpreteerd.

De huidige invulling van de arbeidseis maakt het systeem nodeloos complex en is een bron van onzekerheid voor ouders. Het vereist van ouders een uitgebreide administratie om te bewijzen dat zij aan de arbeidseis voldoen, terwijl de drempel zo laag is dat het begrip werk vaag blijft. Deze onzekerheid kan ertoe leiden dat ouders, uit angst voor terugvordering, geen toeslag aanvragen, waardoor vooral kwetsbare kinderen de dupe worden.

Daarnaast is de arbeidseis praktisch onuitvoerbaar voor de uitvoerende instanties. Het toetsen of iemand voldoet aan de arbeidseis is simpel voor mensen in loondienst, maar uitdagend voor een significant deel van de werkende bevolking die niet in traditionele dienstverbanden werkt. Dit creëert een oneerlijk systeem dat kwetsbare groepen benadeelt en schijnconstructies in de hand werkt, waarbij creatieve ondernemers ouders een 'baantje' van een uur per maand kunnen aanbieden om aan de eis te voldoen.

Het meest schrijnende effect van de arbeidseis is echter de impact op kinderen van niet-werkende ouders. Deze kinderen hebben juist veel baat bij kinderopvang, die bijdraagt aan hun ontwikkeling, kansengelijkheid bevordert, en maatschappelijke problemen zoals criminaliteit kan voorkomen. Het behouden van de arbeidseis staat haaks op deze voordelen en versterkt de ongelijkheid tussen kinderen.

Het afschaffen van de arbeidseis lijkt de enige zinvolle stap voorwaarts. Dit zou niet alleen de bureaucratische last voor ouders verminderen en het systeem vereenvoudigen, maar ook zorgen dat alle kinderen, onafhankelijk van de werkstatus van hun ouders, toegang hebben tot kinderopvang. De bezwaren dat hierdoor de opvang te druk wordt en de kosten voor de overheid te hoog oplopen, kunnen worden ondervangen. Door huishoudens met een inkomen boven de €80.000 meer te laten bijdragen, kan de vraag vanuit deze groep worden getemperd en de extra kosten worden gedekt.

Het is tijd om afscheid te nemen van de arbeidseis. Dit verouderde relikwie uit een tijdperk waarin fraudebestrijding centraal stond, veroorzaakt nu meer problemen dan het oplost. Door de arbeidseis af te schaffen, openen we de deur naar een rechtvaardiger en toegankelijker kinderopvangstelsel. Dit biedt ruimte voor een constructieve politieke discussie over de toekomst van het stelsel, zonder dat de huidige generatie kinderen en ouders hier de dupe van wordt. Laten we niet jaren wachten op duidelijkheid, maar nu handelen in het belang van onze kinderen en hun ouders.

Vorige
Vorige

Herzie arbeidseis kinderopvangtoeslag

Volgende
Volgende

Jasper J. van Dijk is te gast in Nieuwsweekend op Radio 1 om te praten over de arbeidseis en de kinderopvangtoeslag