De staatskas spekken met boetes vertroebelt het beleid

Merel van Rooy

Het kabinet wil de verkeersboetes verhogen. Het Openbaar Ministerie is tegen. En het heeft daarin gelijk, vinden Tim ’S Jongers en Merel van Rooy.

Eerder gepubliceerd in NRC (18 september 2023)


Je moet het kabinet één ding nageven: al jarenlang geeft het ruiterlijk toe dat boetes een handig middel zijn om de staatskas te spekken. In de periode 2008-2011 zijn de boetes daarom met maar liefst 66 procent verhoogd. De Raad van State, bij monde van Herman Tjeenk Willink, vond het een disproportionele verhoging in vergelijking met straffen voor ernstigere misdrijven. Maar dat advies werd terzijde geschoven.

Het waren de begindagen van het aanpakken van de uit het gareel lopende burger. De jacht werd geopend, zowel op vermeende toeslagenfraudeurs als op ‘verkeershufters’. Er kwam een forse verhoging van verkeersboetes en een fikse straf op het niet betalen daarvan. Weigeren of vergeten te betalen betekende voortaan een verhoging van de boete met 50 procent, die bij nóg een wanbetaling kon oplopen tot 100 procent. De boete voor niet-betalen is twee keer zo hoog als die voor de overtreding zelf.

Lichte verkeersovertredingen vallen binnen de wet Mulder, de zwaardere worden afgedaan in het strafrecht. Alleen de boetes van de wet Mulder zijn verhoogd, niet die van het strafrecht. Ook het strafrecht kent boeteverhogingen, maar die lopen minder snel op. Het OM heeft gelijk dat dit zorgt voor een paradoxale situatie: rijd je dertig kilometer per uur te hard, wordt conform de wet Mulder bij niet-betaling de boete verhoogd tot 1.149 euro. Maar rijd je vijftig kilometer per uur te hard – en val je dus onder het strafrecht – dan komt je boete na niet-betaling uit op minder dan duizend euro. De strafrechtboete wordt eerst met 20 euro en dan met 20 procent van het boetebedrag verhoogd.

Incassogegevens

Wij vroegen alle incassogegevens van alle boetes over de laatste drie jaar op bij het CJIB. Wat blijkt? Bovenop ongeveer 600 miljoen euro aan initiële boetes komt maar liefst 200 miljoen euro aan verhogingen.

Er zijn aanbevelingen gedaan om het boetebeleid rechtvaardiger te maken. Door bijvoorbeeld het invoeren van een lagere boetecategorie, de verhogingen bij niet-betaling gelijk te trekken met die van het strafrecht, en het invoeren van een betalingsherinnering. Opeenvolgende ministers van Justitie en Veiligheid wezen die suggesties van de hand. Reden daarvoor was vermeende budgetneutraliteit.

Omdat verlaging van boetes en een betalingsherinnering sturen geld kosten, zijn die voorstellen niet budgetneutraal. Slotsom is dan dat elk voorstel om meer rechtvaardigheid in het verkeersboetebeleid te krijgen, geen schijn van kans maakt.

Schulden

Bijna 120.000 huishoudens met problematische schulden hebben een verdrievoudigde verkeersboete. Voor hen zijn de initiële boetes al moeilijk te betalen, waardoor verdrievoudigen averechts werkt. Daarbij komt dat het huidige inningsbeleid ervanuit gaat dat iedereen zijn rekeningen opent en begrijpt. Zij die het minst overzichtelijke leven hebben, door bijvoorbeeld een gebrek aan geld en bijhorende stress, zijn dan al snel de dupe. En het is lang niet zo dat verkeersboetes allemaal het gevolg zijn van roekeloos gedrag. Ook wie per ongeluk op een gehandicaptenparkeerplek parkeert, krijgt een bon.

Feit is: de staatskas spekken met boetes vertroebelt het beleid, want waar eindigt de straf en begint de verkapte belasting? Dat vindt ook de Tweede Kamer. Daarom werd het voorstel om de budgettaire verantwoordelijkheid over de boete-inkomsten van het ministerie van Justitie en Veiligheid naar dat van Financiën te verhuizen, unaniem gesteund. Nu de boetes ook dáár niet tot rechtvaardigheid leiden, moet de Kamer opnieuw een vuist maken. Ze hoeft alleen maar naar het OM te luisteren.

Vorige
Vorige

Opinie in NRC: Fatsoeneer de staatskas zonder een ruk aan het stuur

Volgende
Volgende

FD interviewt IPE over begrotingskeuzes formatie