Incasso verkeersboetes komt samenleving duur te staan
Vinzenz Ziesemer, Merel van Rooy en Jasper H. van Dijk
Woensdag 20 en donderdag 21 november bespreekt de Tweede Kamer de begroting van het ministerie van Justitie. Een goed moment om de hoge incassokosten op verkeersboetes te verlagen. Deze gaan nu gepaard met hoge maatschappelijke kosten.
Eerder gepubliceerd als nieuwsbrief (15 november 2024) en in MeJudice (18 november 2024)
In 2012 voerde toenmalig minister Opstelten een aanpassing door in de verkeersboetewet. Sindsdien zijn mensen die hun verkeersboete niet betalen, het dubbele aan incassokosten kwijt. Twee keer niet betalen betekent dat de boete verdrievoudigt. Een boete van 430 euro voor het vasthouden van een mobiel achter het stuur, kan dan uitkomen op 1.290 euro. Opstelten verwachtte met deze maatregel 8 miljoen euro per jaar extra te kunnen innen. Maar het bleek veel lucratiever: vandaag de dag leveren die verhogingen (dus niet de boete zelf) meer dan 135 miljoen euro per jaar op.
Schaduwzijde succes
Dit ‘succes’ kent een schaduwzijde. Verkeersboetes zijn een belangrijke oorzaak van schulden: volgens het CBS was vorig jaar voor 124.000 huishoudens, vergelijkbaar met het aantal inwoners van Eindhoven, een achterstallige verkeersboete een onderdeel van hun schuldenportefeuille.
Schulden zijn niet onschuldig. Ze bezorgen mensen stress, wat uiteindelijk niet alleen henzelf raakt, maar ook de samenleving als geheel. Mensen zijn bijvoorbeeld minder effectief op hun werk en hebben hogere zorgkosten. In totaal lopen deze maatschappelijke kosten door problematische schulden op tot minstens 8,5 miljard euro per jaar, becijferde onderzoekers van Panteia, NIBUD en de Hogeschool Utrecht recentelijk. Verkeersboetes zijn verantwoordelijk voor een deel van deze maatschappelijke kosten: negen procent van alle schuldenregistraties is een achterstallige verkeersboete. Negen procent van 8,5 miljard euro is 765 miljoen euro: een benadering van hoeveel schulden door verkeersboetes onze maatschappij jaarlijks kosten.
De werkelijke kosten kunnen lager liggen dan deze inschatting, omdat een verkeersboeteschuld vaak lager is dan andere schulden, zoals schulden die huishoudens hebben bij de Belastingdienst. De mediaan van een schuld bij verkeersboete-inner CJIB is 1.300 euro terwijl deze mediaan schuld bij de Belastingdienst 2.300 euro is (Tabel 3.5 in dit onderzoek).
Maar het is ook aannemelijk dat de werkelijke kosten hoger liggen dan 765 miljoen euro, omdat de 8,5 miljard euro zeer conservatief is ingeschat. Veel maatschappelijke kosten als gevolg van schulden konden niet gekwantificeerd worden en zijn daarom niet meegenomen. Denk bijvoorbeeld aan de effecten van kinderen die door financiële stress thuis minder goed kunnen leren.
Er is steeds meer verzet tegen de hoge verhogingen bij verkeersboetes. Recent kaartte ook de boete-inner zelf, het CJIB, aan dat de hoge incassokosten niet uit te leggen zijn. Het is bijvoorbeeld vreemd dat een verkeersboete die niet door CJIB wordt geïnd, maar via het strafrecht wordt afgedaan omdat hij ernstiger is, uiteindelijk minder hoog oploopt.
Als iemand bijvoorbeeld 30 km/uur te hard rijdt en deze boete niet betaalt, loopt de boete bij niet betaling op tot meer dan 1.000 euro bij het CJIB. Het is dan financieel verstandiger om het gaspedaal nóg verder in te trappen: bij 35 km/uur te hard loopt de boete via het strafrecht op tot iets meer dan 500 euro bij niet-betaling (zie Figuur 2). Ook de rechters, via de Raad voor de Rechtspraak, gaven onlangs in aan dat de hoge aanmaningen mensen verder in de problemen duwen, en dat er gevallen bij zijn waar je ‘buikpijn van krijgt’.
In de Tweede Kamer groeit het ongenoegen met de hoge verhogingen. Recent schaarde de Kamer zich nagenoeg unaniem achter een motie van NSC-Kamerlid Palmen om in kaart te brengen hoe de verhogingen verlaagd kunnen worden en wat daarvan de kosten zijn.
Maandag debatteert de Tweede Kamer over de Justitiebegroting. De Kamer kan er voor kiezen de boetes gelijk te trekken aan de boetes in het strafrecht. Dit kost volgens eerdere inschattingen zo’n 50-75 miljoen euro aan misgelopen inkomsten. Dit kan worden gefinancierd door elders op de Justitiebegroting geld te vinden. Een alternatief is de administratiekosten van alle boetes te verhogen. De pijn wordt dan over alle boetes verdeeld, maar extreme oploop wordt zo voorkomen.
Hoe dan ook betekent niet ingrijpen in het huidig boetebeleid dat huishoudens door boetes in de schulden komen met hoge maatschappelijke kosten tot gevolg.