Minder schulden en meer verkeersveiligheid

In het Nederlandse verkeersboetebeleid lijkt niet de verkeersveiligheid, maar de begroting voorop te staan. De hoge boetes en het strenge incassotraject brengen huishoudens in de financiële problemen. In ons nieuwe policy paper presenteren wij vijf aanbevelingen om het verkeersboetebeleid te verbeteren.


Updates

  • De vaste commissie voor Justitie en Veiligheid heeft om een kabinetsreactie over de policy paper gevraagd.

  • Tweede Kamerlid Inge van Dijk vraagt een debat aan over verkeersboetes naar aanleiding van de policy paper (vanaf 17:27)


Samenvatting

De staatskas speelt een grote rol in het huidige verkeersboetebeleid. Momenteel staat de hoogte van veel verkeersboetes niet in verhouding tot de ernst van de overtreding. Zo bedraagt in 2025 de boete voor parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats maar liefst 500 euro, terwijl de boeterichtlijn voor iemand een ‘droge klap’ geven even hoog is. Deze hoge verkeersboetes leveren de overheid aanzienlijke inkomsten op. In 2022 werd via verkeersboetes ongeveer 800 miljoen euro begroot voor het ministerie van Justitie en Veiligheid. Toenmalig minister van Justitie en Veiligheid Yeşilgöz-Zegerius erkende in 2023 dat boeteverhogingen mede bedoeld waren om begrotingstekorten te dichten.

Het strenge incassotraject voor verkeersboetes brengt huishoudens in de financiële problemen. Voor iemand met een laag inkomen is een verkeersboete vaak een fundamenteel deel van het inkomen. Er ontstaan daarom situaties waarbij mensen boetes niet of slechts gedeeltelijk kunnen betalen. Verkeersboetes van honderden euro’s kunnen in incassotrajecten oplopen tot duizenden euro’s door bijkomende kosten en verhogingen, vooral bij lagere inkomens. Als gevolg hiervan maken verkeersboetes regelmatig deel uit van de schuldenproblematiek van huishoudens, wat de financiële kwetsbaarheid van deze groepen verder vergroot.

In dit paper presenteren wij aanbevelingen met betrekking tot de hoogte en inning van verkeersboetes. Nu de wet die verkeersboetes regelt, de wet Mulder, voor het eerst sinds invoering wordt geëvalueerd, is er momentum voor een fundamentele herziening van het systeem. Wij pleiten ervoor om de hoogte van verkeersboetes te begrenzen en het beleid aan te passen aan de hand van drie principes: verkeersveiligheid, rechtvaardigheid en uitvoerbaarheid. Op kortere termijn adviseren we de verkeersboetes met 30-40% te verlagen en de oploop van verkeersboetes bij niet-betalen te verlagen. Daarmee worden meer dan 200.000 mensen geholpen aan een mindere schuldenlast. Kostbare uren van de politie kunnen worden vrijgespeeld door niet langer voertuigen buiten gebruik te stellen. Tenslotte bevelen we aan gijzeling, een zwaar dwangmiddel dat niet meer wordt toegepast, ook uit de wet en datasystemen te schrappen.

Wij doen vijf aanbevelingen:

1. Heroverweeg fundamenteel of het huidige boetesysteem het juiste is.

2. Verlaag de hoogte van de verkeersboetes met 30-40%.

3. Stel boetehoogte vast op basis van een onafhankelijk en onderbouwd advies.

4. Verminder oploop van verkeersboetes bij niet-betalen.

5. Schaf de dwangmiddelen buitengebruikstelling voertuig en gijzeling af.

Vorige
Vorige

Merel van Rooy bespreekt daklozenboetes bij MAX Nieuwsweekend

Volgende
Volgende

Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en staatssecretaris Participatie en Integratie nemen IPE rapport in ontvangst