Onze aanpak van armoede is een bureaucratische uitputtingsslag, voor gemeente én inwoner

Hoeveel hulp een gezin in de bijstand krijgt, verschilt honderden euro’s per postcode. Deze lappendeken van lokale regelingen maakt het armoedebeleid niet alleen onuitlegbaar oneerlijk, maar ook onnodig complex.

Eerder gepubliceerd in de Volkskrant (24 april 2025)


‘Als ik dat toen had geweten, dan was ik nooit verhuisd’, vertrouwde een moeder in de bijstand ons toe. In Rotterdam kreeg ze hulp van stichting Leergeld, een jeugdtegoed en een Rotterdampas. Ook kreeg ze een vergoeding voor het vervoer van haar zieke kind. Na de verhuizing viel dit allemaal weg. ‘Hier is er niks, niet eens een voedselbank.’[1]

Een analyse van gemeentelijke inkomensafhankelijke regelingen bevestigt dit beeld. Een stel in de bijstand met twee kinderen in Rotterdam kan meer dan 3.000 euro aan gemeentelijke ondersteuning per jaar ontvangen. In het nabijgelegen Lansingerland is het minder dan de helft. Deze verschillen tussen gemeenten zijn onrechtvaardig en creëren ongelijkheid.

Maar ook in praktisch opzicht is deze aanpak onhoudbaar. Zo heeft de moeder die wij spraken een vindingrijke oplossing voor de afvalstoffenheffing die ze nu moet betalen. ‘Binnen 8 minuten ben je in Rotterdam, iedereen zet het afval in de auto en gooit het daar weg.’

Onnodig complex

Er leven bijna twee miljoen mensen rond de armoedegrens. Geen huishouden kan rondkomen van alleen de bijstand of het minimumloon. De Rijksoverheid probeert dit op te lossen met een stapeling aan toeslagen en uitkeringen, maar ook deze schieten tekort, zo becijferde de Commissie Sociaal Minimum. Vervolgens doen gemeenten pogingen om de ontstane gaten te dichten, maar dit zorgt voor oneerlijke verschillen en een woud aan regelingen.

Naast de ongelijkheid zorgt de wildgroei aan regelingen ook voor overmatige complexiteit. Het Instituut voor Publieke Economie vond in totaal negentig verschillende regelingen bij 21 onderzochte gemeenten. Dat het er zo veel zijn, komt doordat gemeenten veel regelingen tegelijk aanbieden én iedere gemeente het net even anders doet. Meer dan de helft van de gevonden regelingen werd slechts in één onderzochte gemeente op die manier gebruikt.

Stress

De versnippering leidt tot talloze loketten, voorwaarden en typen vergoedingen. Daardoor zijn mensen in armoede veel tijd en mentale energie kwijt aan de vele trajecten en de bijbehorende administratie. De overheid moet voor deze groep juist toegankelijk zijn. Met de stress die kwetsbare huishoudens al hebben, is het vaak ondoenlijk om zich ook nog door de lokale bureaucratie heen te worstelen.

Volgens een ervaringsdeskundige lijkt er sprake te zijn van ontmoedigingsbeleid. ‘Bij het aanvragen van de individuele inkomenstoeslag moest een formulier van twaalf pagina’s worden ingevuld. Dit kostte anderhalf uur, samen met een professional.’ De manier waarop gemeenten mensen benaderen helpen daarbij ook niet: ‘Je voelt je soms net een bedelaar’, zei een andere ervaringsdeskundige. Het gevolg is dat mensen geld mislopen dat ze goed hadden kunnen gebruiken.

Nog ingewikkelder wordt het voor mensen die verhuizen en opnieuw moeten uitzoeken waar ze recht op hebben. Tips van vrienden of familie uit een andere gemeente zijn vaak niet van toepassing, en ook de landelijke overheid heeft het overzicht niet. Al met al is het niet verrassend dat minder dan de helft van de mensen een gemeentelijke regeling weet te vinden. Landelijke regelingen scoren met 90 procent veel beter.

Versimpelen

‘Hoe kunnen we een einde maken aan het woud van regelingen?’ Staatssecretaris Jurgen Nobel (Participatie en Integratie) vroeg het zich hardop af tijdens het debat over de herziening van de Participatiewet vorige week. Er kan flink gesnoeid worden door een aantal gemeentelijke inkomensregelingen te vervangen met landelijk beleid.

Het is bijvoorbeeld moeilijk uit te leggen dat elke gemeente een eigen laptopregeling heeft. Dat zij allemaal zelf ondersteuning moeten verzorgen voor studenten die vanwege een medische beperking niet kunnen bijverdienen. En dat iedere gemeente individueel moet onderhandelen over een speciale zorgverzekering voor wie het eigen risico niet kan betalen.

Juiste loket

Tegelijkertijd kunnen gemeenten zich inzetten voor het versimpelen en harmoniseren van hun regelingen, bijvoorbeeld door 21 verschillende participatieregelingen samen te voegen. Dan vinden inwoners makkelijker het juiste loket, verdwijnen onuitlegbare verschillen én slinkt de administratieve last bij de (lokale) overheid.

Dit speelt capaciteit vrij voor het bieden van maatwerk in situaties waarin dit het meeste voor mensen betekent. Op deze manier wordt inkomensondersteuning in Nederland weer behapbaar en effectief.

Als we armoede effectief willen bestrijden, zonder dat het een bureaucratische uitputtingsslag blijft voor gemeenten en inwoners, moeten we armoede gecoördineerd aanpakken. Landelijk doen wat landelijk kan, leidt tot een eerlijker en eenvoudiger vangnet voor bijna twee miljoen mensen.

[1] Landsingerland blijkt wel een voedselbank te hebben. Ook is er een lokale afdeling van Stichting Leergeld actief in de gemeente. Het feit dat ze in de veronderstelling was dat deze voorzieningen er niet zijn, bevestigt te meer het punt dat we het systeem te ingewikkeld gemaakt hebben.

Vorige
Vorige

Jasper J. van Dijk en Julia van Rijn kaarten de verschillen in gemeentelijke regelingen aan in de Volkskrant

Volgende
Volgende

Vinzenz Ziesemer voorziet een artikel in ESB over het houdbaarheidssaldo van naschrift