Infosheet: Arbeidskorting

Uit de reeks Belasting op arbeid

Door Jasper J. van Dijk en Iris Koopman

1 Huidige regeling

De arbeidskorting is bedoeld voor mensen met een arbeidsinkomen en wordt in mindering gebracht op de te betalen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. [1] De arbeidskorting neemt eerst toe tot een inkomen van 36.650 euro, en bouwt daarna af met een percentage van 5.86% tot nul (zie figuur 3).

Let op: fiscale regelingen zijn jaarlijks aan veranderingen onderheven. In deze infosheet gaan wij uit van de regels die gelden in 2022 voor mensen die de AOW-leeftijd nog niet bereikt hebben.

Figuur 1. Verlooparbeidskorting 2022

2  Feiten en cijfers

  • In 2021 kostte deze regeling 25 miljard euro.

  • Rutte IV wil de arbeidskorting verhogen om werken aantrekkelijker te maken. Voorgesteld is om de arbeidskorting behorende bij de drie knikpunten uit figuur 3 met respectievelijk 384 euro, 473 euro en 523 euro te verhogen. Het afbouwpercentage zal stijgen van 5,86% naar 6,51%. Dit kost 526 miljoen euro per jaar.

  • Middeninkomens hebben het meeste voordeel van de wijziging van de arbeidskorting. [2]

3 Effecten 

  • Deze regeling verlaagt de marginale druk ónder de 36.650 euro en mensen met een inkomen tot 36.650 euro worden daarmee aangemoedigd om (meer) te werken. Bij 1 euro extra inkomen krijgt iemand met een inkomen van 10.000 euro bijvoorbeeld 5 cent extra korting, terwijl iemand met een inkomen van 20.000 euro 28 cent extra korting krijgt. De armoedeval wordt daarmee verkleind. De armoedeval is het verschijnsel dat mensen met minder inkomen nauwelijks mogelijkheden hebben hun maatschappelijke situatie te verbeteren; indien zij gaan werken, worden zij gekort op diverse toeslagen.

  • Met name groepen die gevoelig zijn voor financiële prikkels, zoals moeders met jonge kinderen en alleenstaande ouders worden gestimuleerd om (meer uren) te werken.

  • De marginale druk stijgt voor inkomens boven de 36.650 euro door de afbouw van de korting: bij elke extra euro die zij verdienen, krijgen zij 6 cent minder arbeidskorting. Iedere euro extra bruto-inkomen levert dus minder extra netto inkomen op. Hierdoor wordt werken voor die groep ontmoedigd.

Voetnoten

[1] Net als de algemene heffingskorting, betaalt de Belastingdienst in sommige gevallen de arbeidskorting uit indien de korting hoger is dan de belasting die betaald moet worden. Dit kan alleen als je de minstverdienende partner bent en uw fiscale partner voldoende belasting heeft betaald. Vanaf 2023 vervalt deze regeling.

[2] Zie het artikel “Hoe het kan dat het niet altijd loont om meer te werken” van Bas Jacobs, 3 november 2022 in Vrij Nederland voor waarom de politiek middeninkomens meer zoveel gewicht geeft en wat de effecten hiervan zijn.

Deze infosheet maakt onderdeel uit van een reeks van infosheets over belasting op arbeid. Het Nederlandse inkomstenbelastingstelsel kent drie boxen. Deze infosheets hebben betrekking op box 1, de belasting over inkomen uit werk en woning. Hoeveel belasting belastingplichtigen betalen in box 1 hangt niet alleen af van de bekende belastingschijven. Er zijn namelijk allerlei aftrekposten en heffingskortingen die het te betalen bedrag verminderen. Daarnaast zijn er toeslagen die de belastingdruk beïnvloeden. In deze infosheets lichten we stuk voor stuk de werking, de kosten en de effecten van onderdelen van dit systeem toe.

Vorige
Vorige

Reforming the Stability and Growth pact: three suggestions to Commission proposal

Volgende
Volgende

Infosheet: Algemene heffingskorting