Weglekeffecten
In dit onderzoek stellen wij een afwegingskader voor om sectoraal klimaatbeleid vorm te geven, rekening houdend met weglekeffecten. Om weglekeffecten beter mee te wegen bij nationaal klimaatbeleid is ons afwegingskader gericht op 2050, laat het ruimte voor een hervorming van de economie tegen die tijd en vergelijkt het beprijzing en subsidies met de maatschappelijke kosten van CO2-uitstoot.
Updates
Boris Schellekens en Rodrigo Fernandez verwijzen in onderzoek over staalproductie in ESB naar het ESB-artikel van Nils van der Vegte en Jasper J. van Dijk
Jasper J. van Dijk en Nils van der Vegte schrijven een opinie in de NRC over het afschaffen van fossiele subsidies
Jasper J. van Dijk is te gast bij Nieuwsweekend (MAX) om het debat van de commissie Klimaat en Groene Groei te bespreken
Christine Teunissen (PvdD) stelt minister Hermans (KGG) vragen naar aanleiding van het rapport in het commissiedebat KGG over de verduurzaming van de industrie
Jasper J. van Dijk en Nils van der Vegte schrijven een opinie in de Telegraaf over de gijzeling van de Nederlandse overheid door haar eigen industrie
Leden van de Kamercommissie Klimaat en Groene Groei nemen het rapport in ontvangst
Nils van der Vegte en Jasper J. van Dijk lichten in ESB het afwegingskader en bijbehorende scenario’s toe
Samenvatting
Focus op status quo vertroebelt discussie over weglekeffecten
De effectiviteit van nationaal klimaatbeleid valt of staat bij de mate van CO2-weglek. Alleen er bestaat veel verdeeldheid over dit risico dat de productie van bedrijven die meer moeten betalen voor hun uitstoot naar het buitenland verplaatst. De gevolgen van weglek op de korte termijn overheersen in het debat. Er is daarom in het debat een bias naar de status quo; dit leidt tot drie mankementen bij de omgang met het risico op CO2-weglek. Ten eerste zijn de gemaakte plannen te veel op de korte termijn gericht, ten tweede gaan inschattingen te veel uit van de huidige sectorale economische structuur en ten slotte wordt er te veel geredeneerd vanuit de bestaande belastingen en subsidies.
Korte termijn. De inschatting van de omvang van weglekeffecten richt zich te veel op 2030, wat kan resulteren in overschatting van de omvang in later jaren.
Economische structuur. De nadruk ligt te veel op de huidige economische structuur bij de weging van de wenselijkheid van weglekeffecten, wat innovatie en opkomst van nieuwe duurzame bedrijven belemmert.
Bestaande beprijzing. Het beleid om weglek te beperken is te veel gebaseerd op bestaande belasting- en subsidiepraktijken, zonder voldoende aandacht voor het maatschappelijk wenselijke niveau van CO2-beprijzing.
Afwegingskader langetermijnontwikkeling van weglekeffecten
De omgang met weglekeffecten bij het vormen van nationaal klimaatbeleid kan worden verbeterd door de horizon te verleggen naar de lange termijn (2050 en verder), door rekening te houden met hervorming van de economie tegen die tijd en door de omvang van beprijzing en subsidies te vergelijken met de maatschappelijke kosten van CO2-uitstoot.
In dit rapport introduceren wij een afwegingskader om rekening te houden met het langetermijnverloop van weglekeffecten, ruimte te laten voor een hervorming van de economie en te redeneren vanuit het maatschappelijk wenselijke niveau van CO2-beprijzing. Het kader richt zich op 2050 om zo per product rekening te houden met de economie van de toekomst en weglekeffecten in een langetermijnperspectief te plaatsen. Uit dit afwegingskader volgen drie scenario’s die elk om ander beleid vragen.