Plannen van kabinet moeten realistischer

Vinzenz Ziesemer

Zolang het kabinet niet weet waarop het aanstuurt, kan het moeilijk besluiten over een volgende begroting. De coalitie moet daarom de volgende vragen stellen: van welke uitgaven gaan we uit? Wat is ons richtpunt? Wat doen onze keuzes met de belastinginkomsten?

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het FD van 11 januari 2025.


Komend voorjaar wordt het opnieuw spannend in de coalitie. Een reeks problemen vergt extra geld. Zo heeft klimaatminister Sophie Hermans extra middelen nodig om de klimaatdoelen te halen. NSC wil de arbeidsongeschiktheid (WIA) hervormen, wat zo’n €2 mrd kost. Een uitspraak in de stikstofzaak van Greenpeace tegen de Staat dwingt landbouwminister Femke Wiersma mogelijk om (eindelijk) iets te doen aan het stikstofdossier – zonder het wegbezuinigde stikstoffonds. Ook de onrealistische bezuinigingsplannen voor asielopvang hebben nog een serieus alternatief nodig. Dit alles telt op tot een forse rekening.

Maar er is flinke onenigheid binnen de coalitie over waar dit geld vandaan moet komen. Normaliter staan tegenover nieuwe plannen bezuinigingen op andere posten. Zo blijven de financiële kaders die tijdens de formatie zijn afgesproken overeind. Maar die afspraak staat op losse schroeven.

Achterliggende oorzaak zijn ramingen die niet uitkomen. Zo raamde kabinet-Rutte IV de afgelopen jaren steeds aanzienlijke tekorten, maar die bleken telkens mee te vallen. Voor de formatie van kabinet-Schoof riep een ambtelijke werkgroep op tot een ingreep van €17 mrd. De nieuwe coalitie besloot zo’n €4 mrd te bezuinigen. Maar nu blijken de belastinginkomsten veel hoger dan verwacht. En ook de uitgaven van de Rijksoverheid blijven achter bij wat werd begroot. Van het oorspronkelijke doembeeld is dus weinig meer over.

Tegengestelde visies

NSC kwam daarom vorige maand met een initiatiefnota die oproept tot realistisch ramen. De boodschap: Nederland rekent zich arm, we moeten juist investeren in plaats van bezuinigen. De partij heeft duidelijk geen zin in nog meer bezuinigingen. De VVD wil daarentegen wél meer bezuinigen en wijst erop dat de Europese Commissie Nederland recentelijk al op de vingers tikte. Hoe kan het dat de partijen zover uit elkaar liggen?

Stapels plannen van het kabinet die maar niet tot wasdom komen. Zijn die écht realistisch?

Hoeveel ruimte het kabinet heeft hangt van drie zaken af. Allereerst zijn er realistische cijfers nodig. De huidige ramingen zijn niet realistisch, doordat de onderliggende plannen dat ook niet zijn. Een voorbeeld is de defensiebegroting die snel groeide. Maar het lukt niet om het benodigde personeel en materieel te vinden om het extra geld uit te geven.

Het saldo waarmee het kabinet rekent, zegt daardoor te weinig over wat er in de praktijk gebeurt. Om daar iets aan te doen moeten kabinet en coalitiepartijen terug naar de bron: de stapels plannen die maar niet tot wasdom komen. Zijn die écht realistisch? Is dat niet het geval, dan vraagt dat om aanpassingen en ontstaat ruimte voor andere wensen.

Hoeveel financiële ruimte er is, hangt daarnaast af van welke staatsschuld het kabinet in de toekomst acceptabel vindt. Helaas is dat niet hoe ons begrotingsbeleid werkt. Het vorige kabinet zei bijvoorbeeld te mikken op een structureel tekort van 1,75% van het bbp, wat zou moeten leiden tot een schuldquote van 60% op de lange termijn. Het Centraal Planbureau (CPB) maakte gehakt van die berekening, maar kabinet-Rutte IV trok zich daar weinig van aan.

Doel voorbij

Ook de huidige coalitie heeft afspraken gemaakt over euro’s zonder zich te committeren aan een beleidsdoel. Vindt de coalitie het nog steeds voldoende als het saldo structureel slechts met €4 mrd verbetert, ten opzichte van waar aan het begin van de formatie van uit werd gegaan? Dan is ze, geholpen door nieuwe inzichten, haar doel inmiddels ver voorbij. Alle bezuinigingen blijken dan achteraf onnodig. Er is zelfs nog ruimte over voor het soort investeringen dat NSC voorstelt. Vindt de coalitie dat de schuldquote op termijn moet blijven waar deze nu is? Dan zijn extra bezuinigingen wellicht nodig, zoals de VVD voorstelt.

Tot slot hangt de financiële ruimte die het kabinet heeft af van het gekozen beleid: sommige bezuinigingen kosten meer dan ze opleveren. Neem de plannen van het kabinet om het aantal internationale studenten terug te dringen. Volgens CPB-berekeningen leveren buitenlandse studenten meer geld op dan ze kosten, doordat ze veel belasting betalen. Helaas worden deze baten in de begroting niet meegerekend. Zo lijkt een maatregel die in werkelijkheid geld kost, op papier juist geld op te leveren. Dit soort inconsistenties zorgt al langer voor kritiek op het CPB en het ministerie van Financiën. Zolang er geen serieus antwoord op de kritiek komt, staat de geloofwaardigheid van de cijfers onder druk.

De begrotingsregels creëren een fictie die te weinig ruimte laat voor feiten. Hoeveel ruimte het kabinet heeft hangt af van drie onbeantwoorde vragen: van welke uitgaven gaan we uit? Wat is ons richtpunt? Wat doen beleidskeuzes met onze belastinginkomsten? Zonder antwoord op deze vragen is onderbouwd beleid in het voorjaar niet in zicht.

Vorige
Vorige

Vinzenz Ziesemer zet begrotingskwesties uiteen in het FD

Volgende
Volgende

Jasper H. van Dijk bij KRO-NCRV’s Spraakmakers over haalbaarheid Trump’s beoogde 5% NAVO-norm