Opinie in FD: Hoe ons voor te bereiden op een volgende financiële crisis?

Door Vinzenz Ziesemer en Jasper H. van Dijk

Eerder gepubliceerd in het FD.


Uit het niets leek het te komen, halverwege 2020. Enkele maanden nadat de coronacrisis in Europa was losgebarsten, werd onder leiding van Frankrijk en Duitsland een nieuw Europees fonds opgericht. De meer dan €700 mrd uit deze nieuwe Herstel- en veerkrachtfaciliteit (de Recovery and Resilience Facility, RRF) kon worden gebruikt als economische steun voor lidstaten gedurende de pandemie.

Enkele al lang bestaande rode lijnen van Nederland werden met dit fonds overschreden. Zo worden de giften uit het fonds gefinancierd met leningen op Europees niveau (eurobonds).

Hoe komt het dat Nederland zijn zin niet kreeg? De reden daarvoor is gedeeltelijk een gevolg van de politieke strategie van oud-minister van Financiën, Wopke Hoekstra. Enkele maanden voor de lancering van de RRF ging hij er met gestrekt been in toen het zwaar door corona geteisterde Italië vroeg om Europese steun. Minister Hoekstra reageerde bot: dat Italië lastig aan geld kon komen, was volgens Hoekstra vooral hun eigen probleem. Hadden ze maar, net als Nederland, buffers moeten opbouwen in meer voorspoedige tijden.

Deze politieke inschattingsfout kwam Nederland duur te staan. Want naast de eigen overtuiging van Hoekstra is er immers ook nog zoiets als een economische werkelijkheid. Als een land als Italië ooit de toegang tot de financiële markten verliest, levert dat een enorme Europese crisis op, die ook Nederland zal treffen.

De (morele) schuldvraag die Hoekstra indertijd stelde, doet aan dit argument niets af. Nederland werd door verschillende lidstaten uitgemaakt voor ‘leninghaai’ en kon alleen nog invloed uitoefenen op de details van het plan van Duitsland en Frankrijk.

Hoe slecht getimed ook, Hoekstra had een punt. Een ruim noodfonds biedt minder prikkels voor gezonde overheidsfinanciën. Want als het tot een crisis komt, kan een lidstaat immers door zo’n noodfonds altijd nog in Brussel om geld vragen. Nederland zag dan ook liever dat het geld uit het bestaande Europees Stabiliteitsmechanisme (ESM) zou komen. Dit in 2012 opgerichte fonds heeft bij het verschaffen van geld harde hervormingseisen. Een van deze strenge voorwaarden is bijvoorbeeld dat een land op korte termijn de overheidsfinanciën op orde brengt.

Niet zo populair

Maar het ESM is weinig populair. Want strenge hervormingseisen, ofwel bezuinigingen, hebben de crisis in de periode 2010-2012 alleen maar verergerd. Daarnaast is het ESM zeer politiek. Eurozone-landen beslissen uiteindelijk wie leningen krijgt en wie niet, en tegen welke voorwaarden. De haat en nijd die we nog kennen uit de eurocrisis ligt daarom altijd op de loer.

Hoe ons voor te bereiden op een volgende crisis? Het is zonneklaar dat Nederland gelijk heeft dat ruime steun de prikkel vermindert om gezonde overheidsfinanciën te hebben en te houden. Tegelijkertijd heeft de eurocrisis laten zien dat het verlies van toegang tot de financiële markten voor zuidelijke lidstaten een crisis naar Europees niveau kan tillen. Niets doen is dus geen optie.

Nederland kan zich inzetten om het ESM aantrekkelijker te maken, zodat dit bij een volgende crisis wél gebruikt gaat worden. Dat kan bijvoorbeeld door het minder politiek te maken. Het RRF liet tijdens de coronapandemie zien dat een gedepolitiseerd fonds wel degelijk mogelijk is.

Dit vereist wel duidelijke afspraken wanneer een lidstaat geld ontvangt uit Brussel. Ook kan Nederland overwegen de hervormingseisen van het ESM te versoepelen. Bezuinigingen op korte termijn zijn immers sowieso onwenselijk, omdat deze een crisis alleen maar verergeren. Inzetten op groeigerichte hervormingen is daarentegen in het belang van elke Europese lidstaat.

Nederland kan zich ook intensief gaan bemoeien met de vormgeving van een nieuw steunfonds. Op dit moment gaan daar al veel voorstellen voor rond. Sommige landen willen het RRF permanent maken. Het ESM stelde voor om een Stabiliteitsfonds op te zetten. Daarnaast zijn er talloze voorstellen uit de academische hoek.

Bij elkaar genomen is er een breed scala aan keuzes voor handen. Krijgen landen giften of leningen? Is er wel of geen herverdeling van middelen tussen Europese lidstaten? Zijn er objectieve maatstaven om in aanmerking te kunnen komen voor geld - zoals bij het RRF wel het geval is - of is dit een politiek proces? Nederland moet in deze kwestie duidelijk maken wat het wel en niet wil.

Handhaafbare regels

Nederland kan ook strijden voor Europese begrotingsregels die handhaafbaar zijn. Naleving van de Europese begrotingsregels voorkomt namelijk de noodzaak voor een land om gebruik te maken van Europese steun. Deze week werd bekend dat de buitenwerkingstelling van deze begrotingsregels met nog een jaar wordt verlengd.

Veel experts, waaronder CPB-directeur Pieter Hasekamp, tonen begrip voor deze keuze, maar hebben tegelijkertijd hun reserves: ‘Het is wel uitstel van wat we moeten doen: geloofwaardige Europese begrotingsregels vastleggen’, zo zei Hasekamp afgelopen woensdag tegen het FD. De Europese Commissie heeft aangekondigd om in het najaar met suggesties te komen voor de hervorming van de begrotingsregels.

Een constructieve houding in Europa zorgt ervoor dat de Nederlandse belangen bij een volgende crisis beter behartigd zullen worden. Het zou daarbij helpen als Nederland een helder standpunt inneemt over het ESM, steunfondsen en begrotingsregels. Dit voorkomt dat Nederland bij een volgende crisis weer buitenspel staat.

Vorige
Vorige

Proposal addressing Preferential Tax Regimes for Newly Domiciled Taxpayers

Volgende
Volgende

Waar op te letten in de Voorjaarsnota