Afscheid van de expatsubsidie betekent het einde van een tijdperk van belastingvoordelen

Wouter Leenders

Sinds januari is er geen belastingvrijstelling voor vermogende expats meer. Hoewel adviseurs waarschuwen voor economische risico's, is het vooral een kans om belastingconcurrentie en fiscale ongelijkheid aan te pakken.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het FD van 30 januari 2025.


Op 1 januari is er na meer dan een halve eeuw een einde gekomen aan de zogeheten partiële buitenlandse belastingplicht. Deze weinig bekende maar lucratieve belastingregeling bood vermogende expats meer dan een halve eeuw de mogelijkheid om een aanzienlijk deel van hun belastingverplichting te ontwijken.

Enkele belastingadviseurs waarschuwen voor een mogelijk risico op dubbele belastingheffing, al blijft het bij vage vermoedens dat dit in zeldzame gevallen, ergens in de toekomst, misschien zou kunnen plaatsvinden. Er wordt geen enkele serieuze poging ondernomen om dit risico te kwantificeren. Desondanks deinzen de juridisch onderlegde experts er niet voor terug om stellige uitspraken te doen in het FD over de vermeende negatieve economische gevolgen van het afschaffen van de belastingvrijstelling.

Belastingconcurrentie

Tegelijkertijd wordt er niet gesproken over de andere kant van de medaille: zoals het risico dat er geen belastingheffing plaatsvindt in zowel het land van herkomst als het land waar men woonachtig is. En daarnaast de schadelijke impact van belastingconcurrentie tussen landen.

De partiële buitenlandse belastingplicht bood expats jarenlang een gedeeltelijke vrijstelling van Nederlandse belastingen. In veel gevallen ging deze vrijstelling echter hand in hand met een gebrek aan belastingheffing in het land van herkomst, waardoor er feitelijk sprake was van een belastingvrije zone. Een sprekend voorbeeld hiervan is Carlos Ghosn, de in opspraak geraakte oud-ceo van Renault, Nissan en Mitsubishi. Hij wist jarenlang zowel de Franse inkomens- en vermogensbelasting als de Nederlandse belastingheffing in box 3 te vermijden door simpelweg te beweren dat hij in Nederland woonde.

Zero-sum game

Zulke belastingkortingen kunnen Nederland op korte termijn geld opleveren, maar zij jagen uiteindelijk de belastingconcurrentie aan en ondermijnen zo de belastingstelsels in Europa. Sinds de jaren 90 hebben steeds meer Europese landen speciale belastingregimes geïntroduceerd om vermogende particulieren aan te trekken. Dit is echter grotendeels een zero-sum game: het voordeel van het ene land is het nadeel van het andere land. De enigen die hiervan profiteren zijn mobiele, vermogende particulieren, ten koste van alle minder mobiele, minder vermogende belastingplichtigen.

Toch waait er inmiddels een nieuwe wind. In het Verenigd Koninkrijk zijn de belastingvoordelen voor ‘non-doms’ – belastingplichtigen die in het Verenigd Koninkrijk wonen, maar wier geclaimde permanente verblijfplaats, vaak wegens fiscale voordelen, in het buitenland is – onder de nieuwe Labourregering grondig aangescherpt. Bij de G20 gaan stemmen op om net als voor bedrijven een minimumbelasting in te voeren voor vermogende particulieren.

Nederland zou op Europees niveau voorstellen kunnen doen om belastingregelingen voor vermogende particulieren af te bouwen, in ieder geval voor EU-burgers. Tot slot kan Nederland de fiscale vlucht van vermogenden ontmoedigen door hen te blijven belasten volgens Nederlandse belastingregels als zij emigreren naar belastingparadijzen of landen met speciale regimes voor vermogenden.

Vorige
Vorige

Matthijs Korevaar bij RTL Z Nieuws over ‘mogelijke aanpassing Wet Betaalbare Huur’

Volgende
Volgende

Eerlijker en eenvoudiger armoedebeleid